Wie alle trappen van Paushuize beklimt, komt uit op de zolder. Hier geen opslag van in onbruik geraakte meubelen of technische installaties, maar een strakke vergaderruimte onder een machtig houten dak. De eikenhouten constructie, die dateert uit de bouwtijd (circa 1517), is geheel in het zicht. Het dak bestaat uit metershoge spanten, die van de nok tot de voet van het dak lopen, en horizontale balken over de gehele breedte van het pand.
Ambtenaren Waar nu vergaderd wordt, was tot vijftien jaar geleden nog een werkplek voor ambtenaren van de provincie Utrecht. Met wit geschilderde balken en een verlaagd plafond was hier een kantoorruimte ingericht. Tussen 1815 en 1954 werd Paushuize gebruikt als ambtswoning voor de gouverneur, later Commissaris van de Koning(in). Steeds meer werd Paushuize het middelpunt van het bestuurlijke centrum: in 1830 werd een vergaderzaal voor de Staten van Utrecht aangebouwd, in 1914 werd het buurpand Achter Sint Pieter 200, een zeventiende-eeuwse patricierswoning, bij de provinciale burelen betrokken en in 1916 werd naast het poortgebouw van Paushuize een nieuw griffiegebouw neergezet. Vanzelfsprekend kwamen er ook steeds meer ambtenaren te werken. We zien hen op deze foto, gemaakt in 1934, op de binnenplaats van Paushuize. In 1978 verhuisde een groot deel van de werknemers naar het nieuwe Provinciehuis aan de Pythagoraslaan in Rijnsweerd. Toen dit gebouw in 1995 werd uitgebreid met een nieuwe toren, verhuisden de laatste ambtenaren uit de binnenstad en werd Paushuize de representatieve ontvangstruimte voor de commissaris van de Koning en het provinciebestuur, die het vandaag de dag nog steeds is.
Ambtenaren op de binnenplaats van Paushuize, 1934 (foto: Het Utrechts Archief).
Telmerken Een bijzonder detail is de ‘nummering’ van de spanten en balken. De zestiende-eeuwse bouwlieden hebben met een beitel acht putjes gehakt in de balk, die aansluit op de spant met acht putjes. Aan het andere uiteinde van de balk zijn het halve maantjes. Deze telmerken, waarmee aangegeven werd welke verbindingen bij elkaar hoorden, zijn over de hele zolder te zien.
Telmerken in de zolderbalken (foto: Froukje van der Meulen).
Restauratie Tijdens de meest recente restauratie van Paushuize, die tussen 2009 en 2011 plaatsvond, werden de binnenwanden en het tussenplafond van de zolder verwijderd. Daarmee kwam dakconstructie tot in de nok weer in het zicht. De witgeverfde delen zijn voorzichtig schoongemaakt, maar hebben wel een lichte waas achtergelaten. Behalve het zichtbaar maken van de kap, is er ook veel aandacht besteed aan isolatie. De kap is van buitenaf geïsoleerd en de wanden van binnenuit. Bijzonder is dat op deze manier zowel de cultuurhistorische waarden als de energiezuinigheid aanzienlijk verbeterd zijn. Paushuize is daarmee het meest duurzame monument van Nederland, volgens de DuMo-prestatiekaart. Andere maatregelen die ertoe leidden dat het energieverbruik tot veertig procent is gereduceerd, zijn ledlampen met bewegingssensoren, energiezuinige liften, waterbesparende toiletten en de herstelde binnenluiken waardoor de warmte en koelte binnen blijven.
De zolder tijdens restauratie 2009-2010 (foto: Bouwburo Vitruvius).
Uitzicht Vanaf de zolder heb je het mooiste zicht op de Dom: vanuit dit oogpunt lijken kerk en toren nog steeds één geheel. Ook kijk je op de gekanteelde toren van de Faculty Club van de Universiteit Utrecht (een vijftiende-eeuws claustraal huis), en, verder weg, de Inktpot (het hoofdkantoor van Prorail, een ontwerp van George van Heukelom uit 1921) en de Verrekijker (de Rabotoren, van architectenbureau Kraaijvanger uit 2011). Aan andere kant kijk je langs de Kromme Nieuwegracht precies op de voormalige Remonstrantse kerk uit 1863, met de opvallende Byzantijnse toren (architect F.J. Nieuwenhuis). Op deze plek stond het vijftiende-eeuwse Hieronymusconvent.
Het uitzicht vanaf de zolder van Paushuize (foto: Froukje van der Meulen).
Neem zelf een kijkje op zolder:
Bronnen
Hylkema Consultants BV, Bouw- en architectuurhistorische verkenning, Utrecht 2006.