Als residentie voor Adriaan van Utrecht, de latere paus Adrianus VI, heeft Paushuize altijd een zekere aanzien gehad in de stad Utrecht. Het opmerkelijke pand is in de volksmond altijd ‘Paushuize’ blijven heten, en ook al heeft er nooit een paus gewoond; regenten, edellieden, koningen en gouverneurs resideerden er de afgelopen eeuwen wel degelijk. Toch kent Paushuize ook een meer lichtvoetige kant, als feestgebouw, logement voor bruiloften en partijen, koffiehuis en concertzaal. Ook sinds de restauratie in 2011 worden er bruiloften, borrels, buluitreikingen, boekpresentaties en lezingen georganiseerd.
Franse feesten We nemen een duik in het rampjaar 1672. De Republiek was in oorlog met Engeland, Frankrijk en de bisdommen Münster en Keulen. Op 23 juni 1672 verscheen een Franse legereenheid onder bevel van kolonel de Rochefort aan de Wittevrouwenpoort – Utrecht werd bezet. De eigenaar van Paushuize, Johan van Bempden, vluchtte samen met zijn vrouw naar zijn geboortestad Amsterdam. Paushuize werd in beslag genomen door François de Montmorency, hertog van Luxemburg en opperbevelhebber van het Franse leger. Hij gebruikte Paushuize om feestelijke diners te organiseren, die soms eindigden in wilde drinkgelagen.
Chique logement In 1795 werd Paushuize verkocht aan Willem Gravelaar, een eenvoudige kok en pasteibakker, die de stap nam om een chique logement te beginnen. Hij adverteerde met zijn ‘ouds vermaarde en alom beroemde huizinge genaamd Groot-Paushuizen’ voor maaltijden en dans- en andere partijen. Zijn logement met tuin, theekoepel en binnenplaats met koetsenparkeerplaats liep goed en trok gasten van hoog aanzien. In een schetsboek van de gebroeders Utenhove rond 1800 zien we een goed gevuld etablissement, met mensen achter ramen en muzikanten op straat. In 1799 organiseerde Gravelaar in Paushuize een ‘vauxhal en redoute’ (kermis- en dansfeest), met muziek en dans, in de aangename, mooi verlichte tuin. Entree: een gulden tien stuivers. Inbegrepen: verversingen van de koude keuken. Gravelaars beroemdste gast was de vrouw van Lodewijk Napoleon, Hortense. Zij overnachtte hier in 1807 op reis van Mainz naar Den Haag. De weduwe Gravelaar (Willem was in 1804 overleden) greep daarop de kans het logement naar haar te vernoemen: ‘hotel van de koningin van Holland’.
Gezicht op Achter Sint Pieter 220 met enige personen die vanuit open vensters een groep straatmuzikanten gadeslaan. Fotoreproductie van een tekening in een schetsboek uit ca. 1800 met tekeningen van de broers G.Th.F. en F.H.J. van Utenhove. (Het Utrechts Archief).
Koffiehuis en concerten In 1813 werd Paushuize door Lodewijk Napoleon overgedragen aan de stad Utrecht, met het uitdrukkelijke verzoek het tot kazerne in te richten. Dit ging niet door: met uiteindelijke goedkeuring van de Fransen kwam hier een koffiehuis. Het stadsmuziekcollege gaf hier uitvoeringen, er waren concerten en tijdens de kermis nachtelijke feesten. De toegangsprijzen waren hoog, het publiek was vermogend, maar winstgevend bleek het niet te zijn.
Receptiezaal voor de Provincie Een jaar later werd Paushuize aan het Rijk verkocht als woning voor de gouverneur. De vergaderzaal voor de Staten van Utrecht, die in 1830 werd toegevoegd, werd al gauw gebruikt als receptie- en feestzaal voor de Provincie Utrecht. Zo was er in 1938 een verrassingsbezoek van Juliana en Bernhard op de jaarlijkse dansavond. De krant meldt: ‘Op den stillen binnenhof van Paushuize klonken de melodieën van tal van dansen naar buiten’. Pas rond half 2 vertrok het hoog bezoek weer, uitgezwaaid door de Commissaris. Nog altijd wordt Paushuize gebruikt voor feestelijke gelegenheden, zij het niet meer alleen voor zulke exclusieve genodigden.
Een feestelijke maaltijd in de Spiegelzaal van Paushuize, 1980 (foto: Het Utrechts Archief).
Bronnen
M.W.J. de Bruijn, De bezitters van Paushuize 1517-1584, z.p. 1985. F. Gaasbeek, 'Paushuize', in: Paleizen in Utrecht, Utrecht 1986. C. van der Peet (red.), Utrechtse paleizen, Utrecht 1986.